Inleidende teksten voor de cursusdag 14 april 2012
Jacob Boehme, Mysticus, Spiritueel leraar en… Systeemdenker
bij de Stichting Filosofie Oost-West, Utrecht
Onder meer op deze pagina:
- Wat handig is om eerst te weten
- Programma van de dag
- Boehme-teksten in het Nederlands
- Boehme-teksten in het Duits
- Literatuur: inleidend, gevorderd, specialistisch
- P.S. Langere aankondiging van het onderwerp
Deze teksten komen globaal overeen met de de inleidende teksten van de syllabus (zie onder) en een langere versie van de wervingstekst. Gezien het bijzondere taalgebruik van Boehme en de bijzondere inhoud ervan – die alles met elkaar te maken hebben – kunt u elke tekst, ook deze inleidende, beschouwen als een startpunt waarna steeds verdere stappen en steeds wijdere kringen u dieper in het onderwerp en de boodschap van Boehme laten doordringen. Waar het om gaat is dat u daarbij feeling ontwikkelt voor waar het Boehme op iedere bladzij te doen is. En dat zowel zijn tekst, zijn boodschap, uw leesactiviteit, het directe onderwerp, alle verwante relaties en betekenissamenhangen ervan, en alle ontwikkelingen in de tijd omvat, inclusief die u van uzelf en van alles om u heen ervaart of met uw geestelijke vermogens kunt veronderstellen en ‘waarnemen’. Kort gezegd: zijn teksten hebben zowel een meditatief als een verwijzend en systematisch karakter. En voor hem staan die aspecten niet los van elkaar.
Direct naar de teksten en afbeeldingen: syllabus met teksten en afbeeldingen.
Wat handig is om eerst te weten
[Op de dag zelf zullen de collegevorm en het lezen van teksten van Boehme elkaar afwisselen en ondersteunen. Ook zullen enkele beelden getoond worden, zuiver ter illustratie. Die vindt u vaak ook in de literatuur of op internet. Ik besteed er op deze pagina geen aandacht aan omdat zij in hun context zinvol zijn maar los daarvan toelichting vereisen die hier niet gegeven kan worden. De teksten zullen vaak in het Duits zijn omdat Boehme een ogenschijnlijk eenvoudige taal schreef en sprak die echter bij nader inzien zulke diepe implicaties heeft dat vertalingen het risico lopen belangrijke aspecten te missen. En omdat helaas maar weinig teksten in het Nederlands vertaald zijn. Ik ga er van uit dat veel Nederlanders met interesse de teksten van Boehme in het Duits kunnen lezen, aanvoelen en ‘begrijpen’. Bij het lezen ervan zijn vragen over de algemene betekenis van woorden of zinswendingen uiteraard de eerste die welkom zijn: die vormt de basis waarmee we dan samen verder gaan.
Toch is het vanzelfsprekend dat het lezen van teksten van Boehme zelf de beste introductie vormt. En al gaat in elke vertaling iets van het origineel verloren, ook de Nederlandse teksten laten in het algemeen toch goed proeven wat Boehme’s thema’s zijn en hoe bijzonder hij er mee om gaat.]
Op deze pagina vindt u informatie en materiaal dat u flink kan helpen om u voor te bereiden op het begrijpen van Jacob Boehme en zijn inzichten en teksten. Deels door directe toelichting en teksten, deels door verwijzingen daarnaar op andere plaatsen op internet. Desgewenst kunt u deze pagina of de pagina’s waarnaar verwezen wordt downloaden of uitprinten, om een map te maken met het materiaal dat u wilt bekijken of bestuderen. Voorbereiding is bij deze cursus geen verplichting of noodzaak, deze pagina wordt geheel vrijblijvend aangeboden. Wie niet veel tijd heeft, doet er misschien goed aan in ieder geval even te kijken naar de informatie onder het kopje ‘programma van de dag’ en verder de tekst onder de eerste twee kopjes door te lezen.
Wat betreft de verdere verwijzingen: ik heb na wat zoeken ook een aantal internet-bronnen aangegeven. Maar ik houd mij aanbevolen (zie reageermogelijkheid linksboven op de pagina) voor meer verwijzingen en nuttige links!
Welke vraag moet je je eigenlijk stellen bij het lezen en bestuderen van Boehme’s teksten? Voor de hand ligt het antwoord: kijken en begrijpen wat hij bedoeld heeft. Daar voeg ik echter het volgende aan toe. Boehme hanteert vele taal- en stijlregisters en produceerde vele soorten teksten terwijl hij tegelijkertijd volhield dat alles met alles verband hield en één doel diende dat binnen één groot geheel begrepen kan worden. De vraag wordt dan: wat bedoelt Boehme in deze specifieke tekst voor deze specifieke lezer(s) en binnen het geheel van zijn werk en boodschap? En allereerst: wat is de kern van zijn boodschap waarop hij openlijk of versluierd zinspeelt?
Deze pagina is trapsgewijs opgebouwd. Dat wil zeggen van van essentieel naar secundair, en van gemakkelijk naar moeilijk. Een van de grote punten bij de toegang tot Boehme’s teksten is dat hij zelf deze niveaus door elkaar gebruikt. Zodat de essentie soms moeilijk verwoord is!
Dat komt onder meer omdat hij als de kern van zijn inzicht beschouwt dat hij het proces dat hij zelf ervaart, en waar hij naar wil verwijzen en dat hij wil toelichten, tegelijk ziet als het proces waarin hij de hoorder / lezer mee wil nemen. Zijn teksten vertellen zowel zijn inzicht in het grote proces als roepen op om daarin mee te doen. Wie dat proces heeft doorgemaakt weet dat het moeilijke achteraf niet zo moeilijk lijkt als tijdens het proces. Maar leg dat maar eens uit.
Het briljante effect van deze werkwijze is dat een hoorder / lezer die eenmaal gegrepen is door de fascinatie van Boehme’s onderwerp, inderdaad wordt meegenomen en na het verwerken van de tekst bemerkt erdoor gegrepen te zijn en ermee verder te willen, op welke nog onbekende of vermoede wijze dan ook. Dit is een effect dat bekend is van andere spirituele teksten, en roept ook de vraag op in welk opzicht de teksten van Boehme met die andere teksten overeenkomen of ervan verschillen. Dat is echter een vraag waarop ik hier niet hoef in te gaan.
Doordat Boehme deze niveaus door elkaar gebruikt, en het eigenlijk steeds over ‘alles’ lijkt te hebben – zij het via steeds andere onderwerpen ofwel vanuit steeds andere invalshoeken, en dus ook in steeds andere beelden en bewoordingen – ervaren sommigen Boehme’s teksten in eerste instantie als moeilijk. Zij die enigszins thuis zijn in de Bijbel, hebben daarbij een voorsprong want Boehme citeert daar vaak uit. Ook hebben een voorsprong degenen die redelijk gemakkelijk teksten in het Duits lezen, want dat is Boehme’s moedertaal. Gelukkig zijn er van een aantal teksten Nederlandse vertalingen te vinden (zie onder) en die geven tenminste een indruk van de taal en de onderwerpen van Boehme, al zijn ze niet allemaal even modern. Ook in het Duits zijn er enkele modernere uitgaven (zie onder) van een deel van de teksten.
Het belangrijkste gegeven om toegang tot de teksten te vinden is het besef dat Jacob Boehme zijn teksten ziet als uitvloeisels van zijn kennis van de natuurtaal. Hij was ervan overtuigd dat de werkelijkheid zich gedroeg volgens de richtlijnen of grondbeginselen die er door de Schepper via het woord in waren gelegd en er zodoende aan waren opgedragen. De namen van de dingen komen voor de verlichte mens (net als toen Adam de verschijnselen namen gaf) overeen met hun werkelijke eigenschappen. En wie verlicht wordt ofwel begiftigd met het oorspronkelijke inzicht van Adam voordat hij zijn goddelijke bewustzijn verloor, die ervaart aan de klank van de woorden (namen) hun betekenis: kan hun effect op de eigenschappen, het gedrag en de betekenis van de verschijnselen begrijpen en aan anderen meedelen (die dat dan wel moeten willen, en ook het herstel van hun bewustzijn moeten accepteren en willen). Boehme gebruikt dit principe een aantal malen in zijn werken expliciet bij de uitleg van grondwoorden of basisteksten over (de schepping van) de wereld.
Direct daarnaast moet als belangrijk kenmerk van Boehme’s taal vermeld worden dat hij geen ‘algemeen beschaafd Duits’ gebruikt (dat stond in die tijd nog niet zo vast) maar dat hij de taal van zijn streek gebruikt en dan bovendien nog met een eigen spelling (ook die stond toen nog niet vast) en die taal is bovendien een taal met eigen woordbetekenissen, zeg maar filosofische of theologische, die soms uit andere systemen (alchemie, Kabbala) voortkomen maar die hij heel vaak een eigen draai geeft om ze dienst te laten doen in zijn eigen betoog. Het lezen van bepaalde passages vraagt van de lezer om thuis te zijn in heel wat ’taalvelden’.
Bovendien speelt hij net als sommige dichters / schrijvers van alle tijden opzettelijk met de betekenis en zelfs met de grammatica van de woorden en zinnen. Hij gebruikt bijvoorbeeld naamwoorden en werkwoorden in elkaars plaats om processen aan te duiden! Lees je dan het werkwoord, dan kun je ook aan het naamwoord denken, en omgekeerd.
Over Boehme’s taal kan ik hier niet meer vertellen maar de hier gegeven achtergrond kan u beslist helpen om de teksten die u vindt en leest, te gaan ‘proeven’. Net als bij poëzie! Voor een aantal teksten geef ik verderop verwijzingen.
Op de dag zelf probeer ik enkel een paar essentiële en zo toegankelijk mogelijke teksten met u te lezen, waarbij ik eventuele moeilijke passages direct kan toelichten. Maar zonder enige inspanning is het lezen van Boehme’s teksten dus niet mogelijk, en zonder de teksten van Boehme gedeeltelijk zelf te lezen is het niet goed mogelijk een enigszins betrouwbaar begrip ervan te ontwikkelen. Althans niet als je wilt dat dat uit de eerste hand is, en daar streef ik toch wel naar. Zeker omdat het op deze dag nu eenmaal om Boehme’s eigen inzichten en teksten gaat – als opstap naar wat zij voor u betekenen, dat wel. Maar wie het voldoende vindt Boehme’s denkbeelden en inspiratie uit de tweede hand te krijgen, kan toch ook het beste eerst een gevoel ontwikkelen voor zijn achtergronden en werkwijze. Dat kan uit secundaire literatuur (al is die vaak enigszins eenzijdig, zo gaat dat nu eenmaal) maar ook door toch kennis te nemen van een Boehme-tekst met zo mogelijk goede uitleg erbij. En voor wat de goede uitleg zou kunnen zijn, is het wenselijk een eigen gevoel te ontwikkelen, is mijn mening.
Alles wat ‘handig’ is om te weten, komt bij Boehme – in termen van zijn en onze taal en cultuur – echter slechts op één ding neer: het “beleven van onze eenheid met God” (die bij Boehme die van het al omvat; de vraag is hoe). En dat is een eenvoudige, allerdiepste ervaring die de mystici en gnostici van alle tijden, vooral vele eenvoudigen, soms in stilte ontvingen en soms in woorden of beelden navertelden. Boehme legt er nadruk op dat niet geleerdheid maar ontvankelijkheid, openheid, oprechtheid en ontferming er aan ten grondslag liggen en mee samen hangen. Al sluit hij niet uit dat geleerden haar ook ontvangen, en dat geleerden haar kunnen verwoorden, mits zij de natuurtaal leren spreken die aan ‘verlichten’ als Boehme gegeven is. Geleerdentaal en natuurtaal kunnen in elkaars verlengde liggen, maar dan dient de kennis zich te richten naar de ervaring van de modellen en krachten die God in zijn natuur gelegd heeft. Een natuur die uit Hem voortkomt, verweesd is, maar weer naar Hem terug kan keren.
Er is dan ook veel wat Boehme verbindt met mystici uit andere culturen en ‘geloven’. Bij voorbeeld uit jodendom en islam, maar ook uit op het eerste gezicht minder verwante culturen en spirituele stromingen: uit de Advaita Vedanta, het filosofisch daoïsme, Ch’an, Dzogchen en Zen. Is het allereenvoudigste niet het alleruniverseelste nabij … ?
Mijn hoogste doel voor deze dag zal dan ook bereikt zijn, als de ervaring van eenheid waar Boehme op doelde, en die anderen omschrijven als de diepste én eenvoudigste ervaring die we kunnen hebben (die ons onszelf als uniek laat ervaren en ons tegelijk met alles verbindt) dichterbij komt. Ieder zoekt die ervaring op eigen wijze maar soms kunnen mensen elkaar hints geven of voorwaarden scheppen die anderen op hun weg van dienst zijn.
En onze kennis komt daarbij op de tweede plaats. Zij mag hulpmiddel zijn, en eventueel ook uitdrukking van dezelfde ervaring want ook zij wordt er immers – voor wie het aangaat – in omvat.
Als ik hier dus kennis overdraag om Boehme’s teksten en boodschap toegankelijk te maken, staat dat uitsluitend in dat teken.
Voor alle duidelijkheid: de kennis waar we het hier over hebben, maakt feitelijke – wat we noemen ‘wetenschappelijke’ – kennis niet overbodig maar maakt haar zo dienstbaar en vruchtbaar mogelijk. En dat vereist nu eenmaal ook voorwerk.
Het is dan ook opmerkelijk dat ook Boehme er voortdurend op wijst dat hij de weg weer terug moet vinden omdat hij hem innerlijk kwijt was.
‘Wat is het dat’ ons steeds weer van de weg ‘afleidt’?! En hoe kunnen ‘we er steeds opnieuw op afstemmen’? Welke vormen kan dit proces aannemen en hoe ziet dit er concreet bij mensen – u en mij – uit?
Programma van de dag
De globale indeling ziet er als volgt uit. Als alle aanwezigen volledig voorbereid zijn en alle kennis (al) hebben, kan de volledige tijd besteed worden aan verwerking van en onderling gesprek over te kiezen aandachtspunten; zover dit – waarvan ik uitga – niet het geval is, geldt dat de kennis van het onderwerp stapje voor stapje wordt opgebouwd waarbij we er niet voor terug schrikken dat vier cursusuren op een dag een heleboel informatie kunnen herbergen. Voorop staat dat op elk moment uw vragen over de algemene betekenis van woorden of zinswendingen voorgaan zodat die kennis de basis kan vormen voor het vervolg. Met behulp van de uit te reiken syllabus zullen waar mogelijk illustratieve teksten van Jacob Boehme bekeken en gelezen worden. Het gaat er immers om dat u aan het eind van de dag een goede indruk heeft van Jacob Boehme en zijn inzichten, en wellicht zijn belang en betekenis.
We besteden ’s morgens aandacht aan een aantal inleidende aspecten en thema’s, en ’s middags aan enkele speciale interessegebieden. Hieronder zijn een aantal mogelijke thema’s aangegeven, die waarschijnlijk minstens heel kort de revue zullen passeren. Door inspelen op nieuwe vragen en behoeften van deelnemers en het tijdsverloop kan het zijn dat bepaalde onderdelen eventueel sterk ingekort worden om meer aandacht te kunnen besteden aan andere, en aan vragen die rijzen. Op enkele lichtbeelden zullen u het handschrift van Jacob Boehme en enkele verbeeldingen van zijn systeem getoond worden.
Met vooraf gemelde voorkeuren voor aan de orde te stellen thema’s zal ik zoveel mogelijk rekening houden (zie de directe reageermogelijkheid links boven aan de pagina). De thema’s kunnen niet allemaal uitputtend aan de orde komen (dat kan ook gelden voor uw verzoek!) maar wellicht wel globaal omdat ze bij Boehme veel verband met elkaar hebben. Het gaat bovendien vaak om thema’s die tot enkele decennia geleden maar bij zeer weinig mensen meer bekend waren of aandacht hadden. Als u mij mailt, wilt u dan ook aangeven vanuit welke achtergrond of motief uw interesse gewekt is?
Ook informatieve vragen zijn welkom, misschien kunnen ze niet allemaal precies beantwoord worden maar ze kunnen zeker een rol spelen bij het sturen van het programma.
Morgen:
- leven (boerenzoon, autodidact inzake religieuze en filosofische geschriften, leerbewerker / handelaar, filosofisch en literair supertalent, spiritueel leraar / leider),
- historische en maatschappelijke omgeving (steden winnen van adel, godsdienststrijd, oorlog),
- relatie tot politieke gebeurtenissen en tot nieuwe natuuropvattingen (Copernicus),
- Boehme over zichzelf, eenvoud en complexiteit (systeem?) van taal en voorstellingen,
- uitleg van Genesis en de androgyne (mannelijke&vrouwelijke) mens als beeld van God,
- signaturenleer, natuurtaal, gebruik van astrologie, alchemie en kabbala (veel esoterische systemen van de negentiende en de twintigste eeuw – de op ‘correlaties’ gebaseerde systemen van de Golden Dawn en haar verwanten – maken gebruik van dezelfde systematische principes als de ‘bronnen’ van Boehme!),
- elementen van het systeem (drie principes, zeven raderen/geesten, specifieke Boehme-woorden),
- relatie van Boehme tot c.q. plaats van Boehme in de geschiedenis van de geestelijke stromingen in het Westen (w.o. christendom en mystiek; joodse, christelijke en hermetische esoterie; platonisme, aristotelisme, hermetisme, spirituele alchemie, kabbala).
Middag:
- eenheid van tegendelen (waaronder man-vrouw) en niveaus van de werkelijkheid bij Boehme,
- waarheidsopvattingen en taal in het Westen (realisme versus nominalisme in de Middeleeuwen, Wittgenstein’s taalspelen, Nietzsche’s perspectivisme) en het Oosten (Lao Zi; Diamant-soetra van het Mahayana-boeddhisme), met als toespitsing wat Oost en West van elkaars verlichtings- en taalideeën kunnen leren, en hoe wetenschap en organisatiekunde (is werken met analogieën een betrouwbare methode? hoe vullen magie en ratio elkaar aan?) daarin wel en niet zouden kunnen passen,
- wat verder aan de orde komt in het onderlinge gesprek.
Boehme-teksten in het Nederlands
De ‘vernederlandste’ teksten van Boehme zijn niet allemaal even goed of modern. Niettemin kan Boehme’s bedoeling er tot op zekere hoogte goed aan geproefd worden. In totaal gaat het echter behalve om Boehme’s eerste geschrift, de Aurora, slechts om een klein gedeelte van zijn werken dat in het Nederlands nu nog redelijk toegankelijk is. De uitgaven bij de Rozekruis Pers zijn nog leverbaar, de andere wellicht alleen antiquarisch verkrijgbaar.
N. B. Voor belangrijke weetjes bij het lezen van Boehme’s teksten zie boven onder het eerste kopje ‘Wat handig is om eerst te weten’.
Gedrukte uitgaven
- Jacob Boehme, Aurora of Morgenrood in opgang: (dat is: De wortel of moeder der filosofie, astrologie en theologie naar de beschrijving der natuur), Amsterdam (W.N. Schors) 1979 3e druk (fotomech. nadruk van de uitg. van 1939) – Boehme’s eerste werk: als u dit te pakken krijgt of op internet (zie onder) vindt, lees in ieder geval hoofdstuk 19! (zie ook onder bij Teksten / afbeeldingen op internet)
- L. de Hartog-Meijes, De Roede des Drijvers verbroken: Bloemlezing uit Veertig Vragen van de Ziel, door Jacob Boehme, Haarlem (Rozekruis Pers) 2000, 3e gemoderniseerde druk (1e druk 1909); = Crystalserie 7 – samenvatting (met weglating van alle wijsgerige en alchemische connotaties) van Boehme’s aansprekende harteboodschap over de herkomst van ziel en materiële wereld en over haar wedergeboorte en terugkeer tot het hemels paradijs, het is goed te zien dat Boehme schakel is tussen de middeleeuwse vroomheid en het piëtisme uit de moderne tijd; zeer aanbevolen
- Prof. Dr. A.H. de Hartog, Uren met Jacob Boehme: een keur van stukken uit zijne werken. – Baarn : Hollandia, 1915 (zie ook volgende item)
- idem, Levend in de Eenvoud van Christus, Haarlem (Rozekruis Pers) 1999, Herz. en verkorte uitg. van: Uren met Jacob Boehme (zie hierboven)
- Jakob Böhme, De Vita Mentali, of Over het leven voorbij de zinnen,[ vert. van Vom übersinnlichem Leben door Aleid C. Swierenga en Bé L. Dijkmeijer,] Heemstede (Altamira) 1989 – onderdeel van korte late geschriften, later ook verzameld onder de titel Weg zu Christo; aanbevolen; het is zeker boeiend deze vertaling te vergelijken met de direct hierna genoemde
- Jacob Boehme, Over het bovenzinnelijke leven: een samenspraak van een leraar met zijn leerling, Haarlem (Rozekruis Pers) 1998 6e herziene druk (1e druk 1939),[ vert. van Vom übersinnlichem Leben] – onderdeel van korte late geschriften, later ook verzameld onder de titel Weg zu Christo; aanbevolen; N.B. bij antwoord 43 volgt de vertaling niet helemaal het origineel maar dat levert weinig verheldering op (Boehme’s achterliggende gedachtengang is complexer dan nu lijkt); het is zeker boeiend deze vertaling te vergelijken met de direct hiervoor genoemde
- (aangekondigd:) Jacob Boehme, Theoscopia of De allervoortreffelijkste poort van de Godsbeschouwing, vert. Boudewijn Koole, over ‘de werkelijkheid van het tegengestelde’; Gerhard Wehr leidt dit boek in als ‘een hoofdstuk echt Boehmiaanse filosofie’- onderdeel van korte late geschriften, later ook verzameld onder de titel Weg zu Christo; deze tekst maakt deel uit van het aangekondigde nieuwe deel over Jacob Boehme in de reeks Pimander van de Bibliotheca Philsophica Hermetica in Amsterdam, met een nieuwe inleiding in zijn denken, de oorspronkelijke illustraties bij de eerste uitgaven van zijn werken, en andere beschouwingen over zijn invloed o.m. in Amsterdam in de Gouden Eeuw
Teksten / afbeeldingen op internet
Op de site www.heiligeteksten.nl/boehmeteksten.htm stonden tot voor kort gelukkigerwijze enkele verdere teksten te vinden in het Nederlands, zij het meestal van zeer oude uitgaven maar vrij goed leesbaar:
- De weg tot Christus – verzameling korte late geschriften (aanbevolen),
- Aurora of Morgenrood in Opgang, zie reeds boven (incl. de verwijzing naar hs. 19!),
- Mysterium Magnum, groot werk over de uitleg van het eerste bijbelboek: Genesis,
- Clavis of Sleutel (een door Boehme zelf gemaakte korte samenvatting van zijn inzicht of systeem, niet zonder meer gemakkelijk),
- (Tevens een interessante pagina met) afbeeldingen en titelpagina’s – interessant om eens in te neuzen en op je in te laten werken.
Hopelijk zullen deze teksten weer op internet beschikbaar komen, mogelijk via de digitalisering van de oude handschriften en boeken van de Bibliotheca Philosophica Hermetica. Deze bibliotheek biedt ook nu al veel ander digitaal materiaal aan in verband met Boehme, onder meer afbeeldingen van door Boehme geïnspireerde kunstwerken.
Back to top
Boehme-teksten in het Duits
N. B. Voor belangrijke weetjes bij het lezen van Boehme’s teksten zie boven onder het eerste kopje ‘Wat handig is om eerst te weten’.
N. B. 2 Deze teksten zijn vooral zinvol voor gevorderde studie, al zijn vooral de door Wehr gemoderniseerde teksten ook als introductie boeiend en redelijk begrijpelijk.
Er zijn twee belangrijke series op touw gezet in de vorige eeuw.
De eerste en bijna complete Sämtliche Schriften (Ausgabe von 1730) in 11 Bänden door W. Peuckert, Stuttgart 1955-1961 met alle werken inclusief levensbeschrijving, verder aanvullende informatie en uitgebreide registers. Deze is gebaseerd op een fotomechanische nadruk van de uitgave van 1730, tamelijk betrouwbaar maar in gothische letters. Voor de brieven behoeft deze uitgave de aanvulling met enkele recent ontdekte fragmenten die wel te vinden is in de tweede, hierna genoemde serie.
De tweede is de niet voltooide serie van weergaven van Boehme’s teksten in qua spelling gemoderniseerd Duits, met noten bij de betekenis van sommige moeilijke woorden. Deze is verzorgd door Gerhard Wehr. De serie omvat uitgaven van de Aurora, Von der Gnadenwahl, Von der Menschwerdung Christi, Theosophische Sendbriefe (met enkele recent ontdekte fragmenten), Christosophia (verzamelde kleine piëtistische en pastorale geschriften uit de laatste jaren; met inbegrip van de drie welke nog tijdens Boehme’s leven onder de titel Weg zu Christo gepubliceerd werden) en Mysterium Pansophicum (verzamelde kleine pansofische – systematiserende – geschriften; titel van G. Wehr), en zijn aanvankelijk verschenen bij Aurum Verlag (Freiburg i.B.) en later bij Insel Verlag (serie Insel Taschenbuch). Deze uitgaven vormen een belangrijke aanwinst wat betreft toegankelijkheid van Boehme’s werken in het Duits, maar laten merkwaardig genoeg regelmatig een los maar essentieel woord midden in een zin wegvallen. Soms geeft Wehr een eigen lezing ter verduidelijking die aan het origineel minder recht lijkt te doen. Toch een handige serie.
Zie ten slotte ook de (beste maar nog zeer incomplete) tekstuitgave door Van Ingen bij de specialistische literatuur (zie onder).
Zie ook het uitgebreide materiaal van de syllabus met teksten en afbeeldingen.
Literatuur: inleidend, gevorderd, specialistisch
N. B. Bij het lezen van de onder ‘Specialistisch’ genoemde verwijzingen is het waarschijnlijk het handigst dat men al wat voorwerk gedaan heeft met die onder ‘Inleidend’ en/of ‘Gevorderd’.
Inleidend:
- Boudewijn Koole, ‘Androgynie bij Jacob Boehme’, in Gnosis: de derde component van de Europese cultuurtraditie: Redactie G. Quispel, Utrecht (Hes) 1988 1e en 2e druk, Haarlem (Rozekruis Pers) 2005 [3e] druk, 143-164 (de meest toegankelijke en korte inleiding)
- idem, hoofdstuk 2 ‘De androgynie bij Jacob Boehme: Inleiding’, in: Man en vrouw zijn een: De androgynie in het Christendom, in het bijzonder bij Jacob Boehme; Utrecht (Hes) 1986; 341 pp.; [= proefschrift Rijksuniversiteit te Utrecht met uitgebreide samenvattingen; behandelt oude Joodse en christelijke auteurs die het thema androgynie (eenheid van vrouw en man op alle niveaus) met Jacob Boehme delen, en datzelfde thema uitgebreid bij Jacob Boehme]; pp. 24-58 (leven 24-32, globale betekenis 32-42, belangrijke elementen van zijn systeem met uitzondering van de androgynie die uitgebreid in hoofdstuk 3 aan de orde komt, 47-58)
Gevorderd:
- idem, hoofdstuk 3 ‘De androgynie bij Jacob Boehme: Man en vrouw in God en in de schepping’, in: Man en vrouw zijn een (zie boven), 59-103 (androgynie in God en mens, val en verbond, Maria en Christus, herstel van de eenheid met God 59-95, gebruikte beeldspraak 95-99, man en vrouw 99-102, huwelijk van God en mens 102-103)
- idem, hoofdstuk 8 ‘Samenvatting’ in: Man en vrouw zijn een (zie boven), 207-232 (ook over de androgynie bij andere christelijke auteurs en hun vroege bronnen of voorgangers)
- idem, Voorbij het patriarchaat: tegenbeelden van de westerse kultuur, Kampen (Kok Agora) 1989 (Nederlands); behandelt culturele aspecten van de androgynie als spiritueel en literair thema en bevat een uitvoerig hoofdstuk over Boehme
- Gerhard Wehr, Jacob Boehme: een biografie, vert. Rob Gruben, Haarlem (Rozekruis Pers) 2000, vertaling van het Duitse origineel uit 1971
Specialistisch:
Opmerking: De Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam, opgericht door J. Ritman ( www.ritmanlibrary.com ), heeft als een van de weinige onderzoeksinstellingen ter wereld vele bijdragen geleverd onder meer aan de gespecialiseerde Boehme-studie, evenals die van de eerste Rozenkruisergeschriften. De Rozenkruisers baseerden zich deels op dezelfde tradities als Boehme maar verwerkten die op eigen wijze en met een eigen voorstellingswereld.
Een van de (als ik goed geïnformeerd ben) drie nog bekende exemplaren van het enige tijdens Boehme’s leven uitgegeven boekje Weg zu Christo (niet de latere uitgebreidere uitgave met deze naam maar alleen die met ‘Von wahrer Busse’, ‘Von wahrer Gelassenheit’ en ‘Vom übersinnlichem Leben’ erin) wordt in deze bibliotheek bewaard. De bibliotheek werkt samen met de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Verder kunt u op internet veel verwijzingen vinden op de tot 2007 bijgehouden pagina Jacob Boehme Resources ( ).
- Jacob Böhme, Werke: Morgen-Roete im Aufgangk [,] De Signatura Rerum: Hg. Von Ferdinand van Ingen, Frankfurt a.M. (Deutscher Klassiker V.) 2007 (DKV im Taschenbuch 2009) – zeer gedegen tekstuitgave met uitvoerige toelichting van woordbetekenissen, en van Boehme’s bronnen; onmisbaar standaardwerk voor Boehme-studie
- Andrew Weeks, Boehme: An Intellectual Biography of the Seventeenth-Century Philosopher and Mystic, New York (State Univ. of NY PR.) 1991 – zeer gedegen en verhelderende studie van praktische historische omstandigheden en tijdsdenken waarbinnen Boehme’s werk tot stand kwam, alsmede over de taal van Boehme; en wat minder aandacht voor de grote verbanden van Boehme’s denken met de mythologie en cultuurgeschiedenis door de eeuwen heen; onmisbare bijdrage aan serieuze Boehme-studie (Engels); N.B. deze auteur publiceerde sindsdien ook studies over Weigel en Paracelsus en gaf tekstuitgaven in het Engels van hun werken uit
Zie ook het uitgebreide materiaal van de syllabus met teksten en afbeeldingen.
P.S. Langere aankondiging van het onderwerp
N.B. Op de website van de Stichting Filosofie Oost-West stond een kortere versie, vandaar hier een iets langere toelichtende tekst over het onderwerp van de cursusdag.
Jacob Boehme (g. 1575) was een ongeletterde boerenzoon in Silezië die als ‘Wandergeselle’ – knecht die de praktijk leerde door bij verschillende ‘meesters’ als leerling te werken – de opleiding tot schoenmaker/leerbewerker volgde. Dat bedrijf oefende hij vanaf 1600 in Görlitz aan de Oder uit, waar hij trouwde en kinderen kreeg. Dat was ook het jaar van zijn beroemde verlichtingservaring. In 1612 bleek hij zijn inzichten over de schepping van de wereld en de terugweg tot God op papier gezet te hebben op een voor velen indrukwekkende wijze: zijn geschrift Aurora of Morgenröthe dat vele invloeden verraad, onder meer van de medicus en theoloog Paracelsus en de spirituele leraar Weigel, dat wil zeggen van bepaalde alchemistische en spirituele visies die het innerlijk van de mens verbonden met het innerlijk van de wereld, maar ook de uiterlijke processen. Boehme illustreerde dat aan de uitleg van het boek Genesis, hij was een uitnemend Bijbelkenner. Men noemt hem een voorbeeld van de ‘oude’ theosofie (die de goddelijke wijsheid in kaart bracht als alternatief voor de meer rationele theologie).
Niet alleen kwamen bij Boehme lijnen bij elkaar, van de oudste Joodse geschriften en de latere Kabbala tot de alchemie en de Reformatie, maar hij oefende later een enorme invloed uit in de wereld van de Rozenkruisers en de Vrijmetselarij (vergelijk Mozart’s Zauberflöte) maar ook in die van de filosofie, de kunst en literatuur (bijvoorbeeld Hegel, Blake en Goethe). Het kan niet anders of de autodidact (!) Boehme heeft gezien zijn voorbeelden en woordgebruik heel wat gelezen en verwerkt; hij moet een fabelachtig geheugen hebben gehad. Maar dat was niet zijn grootste kracht.
Toen Boehme’s geschrift aan het licht kwam, werd hem op aanstichten van de hoofdpredikant door de gemeenteraad het schrijven verboden. Hieraan hield hij zich jarenlang, waarin hij nieuwe contacten legde, onder andere door naar de vlashandel over te stappen waarvoor hij in de omgeving rond moest reizen. Hij had contacten met kenners van de Kabbala, met de spirituele vleugel van de Reformatie, met volgelingen van Paracelsus, en met liefhebbers daarvan op de grote hoven of kastelen en in de burgerij. Maar vooral ook met eenvoudige Bijbellezers, al moet gezegd worden dat Boehme een brede blik had en bij uitstek inclusief dacht: hij zag de betrekkelijkheid van letterknechterij en verdedigde het goede gedrag en de juiste geestelijke instelling van ‘Turken en heidenen’ boven bekrompen en kwaadaardig gedrag en inzichten van vele van zijn medechristenen, en vooral van hun geestelijke en politieke leiders. En na zes jaren van zwijgen verbrak hij de stilte door opnieuw op te schrijven wat hem bezielde en wat hij wilde delen.
Vanaf 1618 tot zijn dood in november 1624 vloeiden uit zijn pen niet alleen (onvoorstelbaar) vele boeken en traktaten om zijn ervaring systematisch te verduidelijken, maar ook vele brieven aan lezers en medewerkers (kopiisten en morele en materiële ondersteuners) en gelegenheidsgeschriften over bepaalde vraagstukken die aan hem werden voorgelegd. Hij voelde zich allereerst geïnspireerde en inspirator, met aandrang en inzicht begiftigde profeet wie het ging om het verder brengen van dit proces als onderdeel van God’s proces met mens en wereld.
Een aantal zaken aan zijn geschriften zijn helemaal niet zo uitzonderlijk. Maar aan de andere kant is hij een ‘wonderverschijning’ aan het firmament van de spirituele en filosofische literatuur. Hij pakte oude gnostische thema’s als dat van Sophia op, en van de androgyne Adam, en vertoont een moeiteloze inspiratie en schrijfkunst en verklarende kracht. Een van de spanningen in zijn teksten zijn die tussen de noodzaak om in te spelen op de terugkeer tot God die altijd alleen een geschonken genade kan zijn – en die nooit in een systeem te vangen valt – en het feit dat onze wereld en wijzelf zo duidelijk van allerlei gevarieerde systemen aan elkaar hangen, als bewijs van Gods grootheid. Veel aandacht gaat in zijn geschriften uit naar de herkomst van het kwaad in de wereld (de val van Lucifer) en naar de verklaring van de samenhangen tussen alle astronomische, menselijke en natuurlijke ontwikkelingen. Inclusief de aandacht voor tijd en eeuwigheid, waarbinnen wij mensen onze weg kunnen vinden. Onvermoeibaar legde Boehme zijn verschillende gesprekspartners de mogelijke wegen uit in hun samenhang en spoorde ze aan te luisteren naar de stem van God in henzelf en buiten henzelf. In steeds nieuwe situaties want de raderen van het wiel van de natuur draaien altijd rond en scheppen altijd een unieke nieuwe situatie. Maar slechts een weg voert (terug) naar God en is de basis van de verlossing: de weg van Christus, tevens de weg van de innerlijke en uiterlijke transformatie van mens en wereld.
Hoewel Boehme zijn eigen taal sprak, zijn zijn ervaringen en inzichten herkend als universeel, dat wil zeggen dat zij ook in andere culturen diegenen aanspreken die vergelijkbare ervaringen en inzichten waarderen of hebben gehad.
Direct naar de teksten en afbeeldingen: syllabus met teksten en afbeeldingen.