Slavenburg heeft een geweldig goed oog voor verbanden, samenhangen en verwantschappen tussen teksten en hun betekenissen. En hij is een groot kenner van de gnostische geschriften uit de eerste eeuwen van onze jaartelling, waarvan hij de Nag Hammadi-geschriften in het Nederlands vertaalde, en waarover hij vele interessante publicaties het licht deed zien. Dit kleine boekje is een buitengewoon nuttig thematisch overzicht van de belangrijkste voorstellingen en termen die in die gnostische geschriften voorkomen. Tegelijk inspirerend want Slavenburg legt niet alleen goed uit maar geeft ook veel prachtige voorbeelden die in hun context tot leven komen en de lezer aanspreken. Voor hen die studie van de gnostiek willen maken, een waardevol hulpmiddel. Voor hen die zich verwant voelen met de gnostiek een goede handleiding. Want hoewel steeds duidelijker wordt dat de betekenis van de voorstellingen niet vreemd is aan de menselijke ervaring, kunnen de oorspronkelijk gebruikte vormen best een goede uitleg gebruiken, en die uitleg geeft Slavenburg. Af en toe laat de auteur zien dat hij ook verder veel gelezen heeft, en zo zijn gedachten heeft over overeenkomsten en verschillen met Oosterse ideeën of de inhouden van New Age. Het sterkst is hij echter als hij ons inleidt in de voorstellings- en begrippenwereld die de gnostici van de eerste eeuwen gemeenschappelijk hadden. Actuele zaken stelt hij ook wel aan de orde maar terecht veel onvollediger. Daar komt de lezer meer in het spel en dat is een zaak die aparte aandacht vraagt. En die de lezer wellicht ook graag zelf uitzoekt geholpen door Slavenburgs uitleg. De titel ‘sleutel’ dekt de lading volledig.
Voor een overzicht van de gnostische leraren en hun opvattingen zie het boeiende boek De oerknal van het christendom van dezelfde auteur, hierboven besproken.