BK-Books.eu » Berichten » “Jezus kondigde het koninkrijk aan en wat gekomen is*, is de kerk” (Alfred Loisy)

“Jezus kondigde het koninkrijk aan en wat gekomen is*, is de kerk” (Alfred Loisy)


“Wat gekomen is”: Loisy verwees naar de verkondiging van Jezus als een oproep die niet per se hoeft samen te vallen met éen latere uitleg ervan. Jezus volgen houdt iets anders in dan alleen zo’n uitleg volgen, alsof  de kerkelijke leiders het alleenrecht zouden hebben op die uitleg en geloven zonder navolging een mogelijkheid of zelfs het ideaal zou zijn. Jezus dacht niet aan theologen maar aan leerlingen die zijn weg wilden volgen. De radicaliteit van die weg is een praktische die innerlijke omkeer inhoudt, met de uiterlijke gevolgen van dien. Namelijk dat het koninkrijk daar tot stand komt omdat het niet tegengehouden wordt. Iets wat wij en ook de kerk (dreigen te) doen als we onszelf in de weg van die mogelijkheid plaatsen. Het koninkrijk verwerkelijkt zich zonder dat wij het kunnen grijpen of vastbinden, met ons verstand of op welke wijze dan ook. In moderne termen: het koninkrijk kan niet rationeel gereduceerd worden tot een bepaalde godsdienst, politiek of welke uiterlijke of innerlijke vorm dan ook, omdat het altijd open is in alle richtingen; wat niet wil zeggen, dat we onze kennis van en omgang met de vormen zomaar achterwege kunnen laten zonder problemen. Leven is eenvoudig en complex tegelijk: tegelijk eeuwigheid en tijd, om met Jacob Böhme te spreken. Een beeld van de lessen van Jezus volgens de oudste bron (Q) van de evangelies van Matteüs, Markus en Lukas vindt u hier.

Deze lessen van Jezus ervaar ik als buitengewoon dynamisch hoewel tegelijk gebaseerd op overgave en dus op openheid, niet gehecht zijn (dus geen dwangmatige dynamiek!). Op dat punt zijn ze mijns inziens verwant aan de lessen van Lao Zi, zie direct hieronder bij **** en verder naar onder bij *****. Een belangrijke overeenkomst tussen genoemde lessen van Jezus en die van Lao Zi is ook iedere afwijzing van machtsmiddelen om de macht: want dan zou het effect ofwel doel bij voorbaat (het risico lopen) teniet gedaan (te) zijn door het middel. Lao Zi zegt evenmin als Jezus dat machtsmiddelen nooit gebruikt zouden mogen worden: ze mogen gebruikt worden in het uiterste geval (bij voorkeur voorbehouden aan opvoeders, leiders en bestuurders in elke kring waarin die rollen vervuld worden), om erger te voorkomen. Maar in alle eerdere gevallen ben je beter af door mee te buigen, op  de achtergrond te blijven en zo de kansen tot een goede afloop niet zelf te verstoren maar zo mogelijk te vergroten, eventueel door een (het liefst) kleine ingreep. Dat heet bij Jezus ‘helen’. Dan gaat het om een heling die gebaseerd is op en toewerkt naar balans en de daaruit voortkomende vreugdevolle ervaring van het heel zijn. Jezus en Lao Zi verkondigen geen onrealistische spirituele sprookjes, maar uiterst realistisch idealisme. Zij gaan niet voorbij aan welk lijden of welke tegenstelling dan ook maar erkennen de betrekkelijkheid van elk lijden vanwege het feit dat alles permanent in verandering is, zoals elk tegengestelde altijd op weg is naar een nieuw tegendeel. Lijden is niets zonder einde van lijden, vreugde niets zonder einde van vreugde. En volgens Jacob Böhme geldt dat voor alle mogelijke ervaringen van alle  mogelijke levende wezens in tijd en eeuwigheid. Bij wijsheid ofwel bij het besef van de eenheid of het samenvallen van alle tegenstellingen in beweging hoort derhalve de ervaring van het permanente steeds nieuwe samenvallen van tijd en eeuwigheid (of in filosofische termen van immanentie en transcendentie), in steeds nieuwe vormen. Een open spel met diepte- en hoogtepunten. Waarbij toe- en loslaten fundamenteler is dan grijpen, begrijpen en vasthouden.
Voor mij persoonlijk lijkt nog een aspect relevant: nabijheid vanuit onthechtheid lijkt in dit verband meer voor de hand te liggen dan opgeblazenheid (nabijheid vanuit ‘moeten’). Die opgeblazenheid kan mijns inziens voorkomen waar ‘aansporen’ overgegaan is in onvrije dwang gemaskeerd door zogenaamde vroomheid. In het perspectief van Loisy is het wellicht waardevol nadruk te leggen op het feit dat Jezus nooit uit geweest is op een dwangmatige handhaving van regels door een instituut dat de historische erfgenaam zou zijn van allerlei politieke of religieuze tradities, met de taak om vooral de daarmee verbonden posities en maatschappelijke verhoudingen te bewaken. Ten opzichte daarvan stelde Jezus zich zoals bekend ook geheel vrij op. Niet dat hij tradities afwees, maar alleen als ze in vrijheid konden functioneren. Zowel vrijheid van buiten in politieke zin, als vrijheid van binnen in psychologische en persoonlijke zin. Er is vaak genoeg gepoogd om de bijbel als grondwet voor vaste tradities en zelfs instituten te propageren, sterker: de aanwezigheid van de vele verschillende bijbels geven precies aan dat uiteenlopende tradities en groepen zich hun eigen bijbel bedacht en uitgekozen hebben (iedere groep haar eigen bijbel!) maar al is het vormen van tradities en groepen niet verboden, het wordt door Jezus net als heel ons bestaan en heel onze werkelijkheid uitsluitend gezien vanuit de actuele komst van het koninkrijk dat liefde en vrijheid inhoudt, alleen daarop gebaseerd is en wel in de vorm van permanente actuele verwerkelijking, niet buiten ons individuele en gezamenlijke bewustzijn om. Dit betekent een grote uitdaging voor wie (enkel- en meervoud) die openheid aanvaardt en aangaat. Want het houdt in dat ieder moment opnieuw eigen belangen worden gerelativeerd ten opzichte van het geheel waarvan men op dat moment (alleen of samen) deel uitmaakt. En dat betekent dus ook het accepteren van het gedrag van diegenen die hun gedrag niet aanpassen aan wat toevallig mijn visie of gedrag van dit moment is. Met als enige uitzondering de gewetensvrijheid om de beste keuze te maken voor het geheel en het evenwicht daarvan, inclusief de zwakken als eerste. Kortom, de bereidheid om zichzelf te offeren om erger te voorkomen. En dat erger hoeft niet per se te zijn dat men niet de normen van de machthebbers, of de eigen vrienden of medestanders, dus de eigen groep, volgt: die doen er meestal al veel aan om zich te redden, en hebben daarin ook hun eigen verantwoordelijkheid. Het betekent wel de bereidheid om het eigenbelang eventueel te offeren voor wat groter is: balans in een groter opzicht dan het individuele eigen belang. Het oordeel daarover is overigens niet aan anderen of derden, want wie durft te beweren dat zij of hij iets beter weet of vermoedt? Wie de keuze maakt die hier bedoeld is, laat geen sporen na van wantrouwen maar sporen van vertrouwen. Veiligheid is immers waardevoller dan gevaar of onveiligheid; ook houdt de keuze voor vertrouwen en veiligheid respect in voor wier gedrag wij niet begrijpen: het zou kunnen dat zij op bepaalde punten veel betere redenen en inzichten hadden voor hun gedrag dan wij in onze beperktheid van rationele kennis en intuïtieve kennis hebben. Het achterwege laten van oordelen over anderen is dan ook een belangrijk onderdeel van Jezus’ boodschap. En dat geldt ook voor oordelen over onszelf, mits wij als voorwaarde daarvoor aanleggen dat wij ons bescheiden en terughoudend (want respectvol) opgesteld hebben en blijven opstellen in alle opzichten en naar alle verschijnselen van moment tot moment. Inclusief het niet alleen bezig zijn met het verleden of met onszelf. Basiscriterium is volstrekte openheid, ook voor de gedachte dat verleden en toekomst omkeerbaar zijn, niet in de zin dat wat gebeurd is, niet gebeurd is, en dat wat zal gebeuren niet zal gebeuren, maar in de zin dat verleden en toekomst als vormen van tijd ook vallen in het gebied waar verandering kernaspect is. Iets wat derhalve ook voor eeuwigheid geldt, omdat tijd en eeuwigheid beide permanent aan de orde zijn, en wel in hun compleetheid. Het enige leven is hier en nu, maar toekomst en verleden zijn er onderdelen van; alles altijd in verandering, deels oppervlakkig, deels alomvattend.
Hoe dan ook, het zou nogal dwaas zijn om te veronderstellen dat er (apart te onderscheiden) instanties of personen zouden kunnen zijn die een volledige kennis van alles, of een complete intuïtie van alles, zouden hebben. Er zijn geen voorbeelden van. Een reden te meer om niet te beginnen met oordelen, maar openheid na te streven voor wat zich aan ons toont, in het besef van de beperktheid van iedere vorm van die openheid in elk individueel geval (verschijnsel). En bij ons gedrag met die (on)wetendheid rekening te houden. Dat wil ook zeggen: leren dat ‘weten’ een belangrijk onderdeel of kompas dient te zijn van ons gedrag, en dat zonder zekerheid vooraf dat ons gedrag en ons weten optimaal zullen correleren met de totale werkelijkheid (die we immers alleen kennen zover we die hebben leren kennen, en derhalve nooit volledig behalve door in dit moment op deze plaats er volledig voor open te staan en aan deel te nemen in de verschijning van dit moment, inclusief de verhalen en belevenissen van toekomst en verleden). ‘Het’ komt (er) voor ieder bewust en met ‘keuze’-mogelijkheden begiftigd verschijnsel steeds opnieuw (op aan).
Alle verschijnselen, ook die welke we niet kennen (inclusief niet meer of nog niet), zijn op een of andere wijze met elkaar verbonden, bewust of niet. Daaraan kunnen we recht doen door onze eigen wijze van verwerkelijking zo open en volledig mogelijk te laten zijn. Dat wil zeggen niet vooringenomen, alles liefhebbend.

Gepubliceerd door

Boudewijn K. ⃝

--- Deze site bevat overblijfselen van afgesloten publieke activiteiten. --- In 1947 werd ik geboren in Sint Laurens op Walcheren. Ik woonde en werkte verder in Middelburg, Goes en plaatsen in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. --- Mijn oudste persoonlijke vermelding in het telefoonboek was "(Onder)zoeker van de wegen van het hart"; op dit moment zou ik schrijven: "van de verbondenheid - zonder en met woorden - van alle verschijnselen inclusief u en mij". --- Omdat die kwalificatie nogal een aanmatiging is (ik ben immers minstens even verbonden met alles als "apart deel" van alles), verkies ik als aanduiding "Boudewijn Koole - aspirant". Want zolang het einde van "mij" niet in zicht is, kan "ik" moeilijk beweren dat mijn ervaring anders dan als een streven op te vatten is. Dat streven is: laat mij spreekbuis zijn of kanaal waardoor bewustzijn zich ontplooit en verwerkelijkt. Het allerwonderlijkste: met u/ jou die dit nu leest, met u/ jou ben ik nu ook verbonden! En wij samen weer met ...